Sluiten

Categorieën

Filters

      Begrippen

      Beschermingswijze

      Categorie

      ATEX Zones

      Dichting

      End of Life 

      Gasexplosiegevaar zie Categorie 

      Gasgroepen 

      IP: zie dichting 

      Normen 

      RohS 

      Stofexplosiegevaar zie Categorie 

      Temperatuurklasse. 

        

      1. Dichting

      De zogenaamde IP-waarde (Engels: Ingress Protection) is een aanduiding voor de mate van beveiliging tegen stoffen van buiten. De index heeft twee cijfers: het eerste geeft de bescherming tegen vaste stoffen aan, met een cijfer tussen 0 (geen bescherming of open) en 6 (geheel stofdicht). Het tweede is de bescherming tegen vloeistoffen, met een cijfer tussen 0 (geen bescherming) en 7 (waterdicht, ook bij langere onderdompeling). 

      ATEX gecertificeerd materiaal heeft minstens een waarde van IP54.  

       

       

      2. Categorie 

      De volgende categorieën worden gebruikt als het gaat om ATEX-regelgeving: 

      G wordt gebruikt als aanduiding voor materiaal geschikt bij gasexplosiegevaar, D voor bij stofexplosiegevaar. Verder geeft het cijfer de geschiktheid voor de zones aan, volgens onderstaande tabel:

       

      Voor gas:

       

      Categorie 1: voor zone 0, aanduiding II 1 G 

      Categorie 2: voor zone 1, aanduiding II 2 G 

      Categorie 3: voor zone 2, aanduiding II 3 G 

       

      Voor stof:

       

      Categorie 1: voor zone 20, aanduiding II 1 D 

      Categorie 2: voor zone 21, aanduiding II 2 D 

      Categorie 3: voor zone 22, aanduiding II 3 D

       

      Deze Romeinse 2 (II) geeft aan, zie boven, dat het materiaal betreft, dat niet voor in de mijnen maar boven de grond is bedoeld. Wij hebben uitsluitend materiaal met een II.

       

       

      3. De Zones

      De ATEX zone indeling heeft te maken met de kans (frequentie) op gevaar. Hieronder vindt u een korte samenvatting van de mate van explosiegevaar met de bijbehorende ATEX-zone beschrijving.

      Vrijwel permanent 

      Gas: 0 

      Stof: 20

       

      Vaak 

      Gas: 1 

      Stof: 21

       

      Niet vaak, kortstondig 

      Gas: 2 

      Stof: 22

      Meer informatie vindt u op onze specifieke pagina over ATEX Zones.

       

      4. Beschermingswijze 

       

      Er zijn vele (erkende/goedgekeurde) constructiemethodes om te voorkomen dat gebruikt materiaal explosies kunnen veroorzaken. De belangrijkste constructiewijzen hier zijn de volgende:

      EEX d (drukvast omhulsel)

      Een drukvast omhulsel zal bij een optredend defect in het apparaat met als mogelijk gevolg explosiegevaar voorkomen dat de explosie zich buiten het apparaat voortplant.

      EEx e (verhoogde veiligheid)

      Materiaal, gebruikt bij deze beschermingswijze, wordt zelfs bij een defect geacht geen gevaar te vormen. Vaak wordt deze constructiewijze bij verlichting gebruikt in combinatie met een tweede bescherming, zoals m waarbij de electrische componenten ingegoten zijn in een beschermende massa. De aanduiding is dan em.

      EEx i (intrinsieke veiligheid)

      De stroom en de spanning zijn begrensd en beschermen zodoende tegen gevaar bij het optreden van een defect.

      EEx ia materiaal mag geen gevaar geven, zelfs bij het optreden van een combinatie van twee defect.

      EEx ib materiaal mag geen gevaar geven bij het optreden van één defect.

       

       

      5. Gasgroepen

      EEx d materiaal wordt verder onderverdeeld in subgroepen of gasgroepen. Deze worden aangeduid met I, IIA, IIB, IIC waarbij IIC het hoogste, meest veilige niveau is.

       

      Deze indeling wordt (nog) niet toegepast bij EEX e materiaal.

       

       

      6. Temperatuurklasse

       

      De temperatuurklasse geeft de maximumtemperatuur aan het oppervlakte van het materiaal aan, in een codering tussen T1 en T6, waarbij T6 de laagste en veiligste en T1 de hoogste temperatuur is. Voor de grenswaarden, zie hieronder de tabel:

       

      T6:   85 °C 

      T5: 100 °C 

      T4: 135 °C 

      T3: 200 °C 

      T2: 300 °C 

      T1: 450 °C

       

       

      7. End of Life

       

      Een nieuwe eis (zie IEC 61347) is de 'End of life switching off system' welke bepaalt dat de ballasten (voorschakelapparaten) de fluorescentiebuis af moeten schakelen voordat deze door een defect of aan het eind van zijn levensduur een te hoge en gevaarlijke temperatuur kan ontwikkelen. De explosievrije lampen die wij verkopen voldoen hieraan.

       

       

      8. Normen

      Hieronder volgt een overzicht van normen die van toepassing kunnen zijn op onze producten. Dit is dus geen volledige lijst van alle normen.

       

      EN 50014 Algemene eisen voor elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.

       

      EN 50018 Elektrisch materieel voor bij ontploffingsgevaar en constructiewijze met drukvast omhulsel type d.

       

      EN 50019 Elektrisch materieel voor bij ontploffingsgevaar constructiewijze verhoogde veiligheid e.

       

      EN 50020 Elektrisch materieel voor bij ontploffingsgevaar, intrinsieke veiligheid i.

       

      EN 50028 Elektrisch materieel voor bij ontploffingsgevaar, met ingieten in gietmassa m.

       

      IEC 60079-0 Elektrisch materieel voor plaatsen waar gasontploffingsgevaar kan heersen.

       

      EN 50082-1 en EN 55015 EMC (Norm m.b.t. de Electromagnetische Compatibiliteit)

       

      EN 50281-1-1 Elektrische toestellen voor gebruik in de aanwezigheid van ontbrandbaar stoffen.

       

      EN-IEC 60598 Norm gerelateerd aan draagbare lampen.

       

       

      9. ATEX Certificering en ATEX Certificeringscodes

      Op de pagina 'Explosieveiligheid / ATEX' vindt u meer informatie over hoe de ATEX codering werkt en hoe u deze dient te interpreteren.

       

       

      EU Richtlijn 2002/95/EG RoHS 

      Betreffende de beperking van het gebruik van de volgende gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur: kwik, lood, cadmium, chroom 6, polybroombifenylen en polybroomdifenylethers.  RoHS staat voor: Restriction of the use of certain Hazardous Substances in electrical and electronic equipment.

       

      Nadere informatie

      Bovenstaande informtie is slechts een beknopte weergave. Wilt u meer weten verwijzen wij naar, bijvoorbeeld, keuringsinstanties (notified bodies) of een Gecertificeerd Hoger Veiligheidskundige. Wij kunnen u naar wens in contact brengen met zo'n Veiligheidskundige.

       

       

      Disclaimer 

      LET OP: Bovenstaande informatie is slechts basisinformatie voor u als uitgangspunt. Voor meer gedetailleerde en uptodate informatie, gelieve de relevante autoriteiten, juiste instanties of uw veiligheidsambtenaar te contacteren. Wij sluiten elke verantwoordelijkheid betreffende de inhoud van dit document of van deze website uit.

      Vergelijk 0

      Voeg nog een product toe (max. 5)

      Start vergelijking

      Door het gebruiken van onze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies om onze website te verbeteren. Dit bericht verbergenMeer over cookies »